Diarree en koliek door zand komen in de herfst en winter regelmatig voor, vaak als gevolg van langdurige opname van kleine beetjes zand, die meestal onbedoeld met het voer binnenkomen. Een beetje zand leidt niet tot klachten, maar een ophoping van zand veroorzaakt grote problemen.
De mate van zandopname in de wei is afhankelijk van de lengte van het gras, de bodem en het weer. Zandopname is dus niet altijd te voorkomen, maar hoe komt het er weer uit? Check de uitleg en tips in dit artikel.
Ophoping van zand
Een ophoping van zand in de darmen is een serieus probleem. Laat je paard daarom niet op grasland staan waar het gras korter is dan 5 centimeter. Paarden eten namelijk door en trekken desnoods het gras met wortel en al uit de grond. Zo krijgen ze teveel zand binnen. Kort gras is bovendien minder vezelrijk. Vezels zorgen ervoor dat het voer en dus ook het zand, continu door elkaar gehusseld worden en dat uiteindelijk de onverteerbare delen plus het zand als mest het paard verlaat.
Zonder voldoende vezels kunnen de darmen de darminhoud dus onvoldoende mengen. Zand is zwaarder dan de darmflora en zakt letterlijk naar beneden, schuurt en beschadigt de darmwand. De darmbewegingen worden daardoor nog minder en het transport van voedingsstoffen door de darmwand ook. Dit kan leiden tot diarree, zandverstopping, mestwateren of koliekaanvallen.
Het is vaak moeilijk te boordelen hoe ernstig het is en hoeveel zand er aanwezig is. De handschoentest (mestballen oplossen in water en in een plastic handschoen) laat wel iets zien over zand in de mest, maar ook de uitscheiding in de mest zegt niet altijd iets over de darminhoud.
Preventietips voor zandkoliek
Het beste preventieve middel is hooi. Voor meer dan 70% uitscheiding van het opgenomen zand is voldoende ruwvoer nodig. Voldoende ruwvoer is ongeveer 1,5 kilo hooi per 100 kilo paard, of 1,5-2 kilo voordroog per 100 kilo paard. Dit levert niet per se voldoende energie en eiwit, maar afhankelijk van de behoefte van je paard kun je meer hooi, voordroog of eventueel aanvullend voer geven.
In ruwvoer komt ook weleens zand voor. In droog hooi valt dit er uit, maar in wat vochtiger voordroog plakt het juist vast. Zorg dus voor een gezonde kwaliteit hooi of voordroog en voer dit niet op het zand maar in een diepe bak of hooinet (let erop dat het paard niet in een verkeerde houding moet buigen en trekken om het hooi uit het net te krijgen).
Is de darmflora ongezond en zijn de mestballen niet mooi rond en glad? Dan kan het toevoegen van andere type vezels (bijv. bietenpulp) verbetering geven en helpen om het zand niet tot een probleem te laten leiden.
De dierenarts kan een paard met zandkoliek behandelen door enkele dagen achter elkaar een combinatie van een hoge dosering psylliumvezels en paraffineolie te geven. Psylliumvezels zijn ook te verkrijgen als supplement en kunnen veel water opnemen.
Het zwelt daardoor erg op en deze zwelling kan de darmbewegingen stimuleren. Het voer gaat dan sneller door het paard heen en deze “stroming” kan ook wat zand meenemen.
Zand eten supplementen
Een honderd procent zandvrij bestaan is voor paarden niet mogelijk. Maatregelen nemen om de zandopname te beperken en de vezelopname te optimaliseren zijn het allerbelangrijkste om problemen te voorkomen.
Vermoed je zandproblemen bij je paard? Raadpleeg dan altijd je dierenarts.