Winkelwagen
Sluiten Filters
Favorieten

Je hebt nog geen favorieten toegevoegd.

Gastblog Advocate Monica → Eigendom veulen: duidelijk toch?

Elk jaar worden er in Nederland vele veulens gefokt. Normaal gesproken is het eigendom van deze veulens helder, namelijk de eigenaar van de merrie waaruit het veulen wordt gefokt is ook eigenaar van de veulens van deze merrie. Maar er wordt tegenwoordig ook vaak gebruik gemaakt van draagmerries die door bijvoorbeeld embryotransplantatie (ET) de dracht van het veulen van een andere merrie kunnen vervullen. In dat soort gevallen wordt dus gebruik gemaakt van andere merries dan de daadwerkelijke moeder om het veulen te kunnen fokken. Dit heeft bijvoorbeeld voordelen voor de sportcarrière van de merrie en/of de hoeveelheid veulens die per jaar kunnen worden gefokt.

Voorgaande manieren zijn in de fokkerij zeer gebruikelijk, maar hebben juridisch wel een aantal extra gevolgen.

Het uitgangspunt is namelijk dat de eigenaar van de merrie ook eigenaar is van de daaruit voortkomende natuurlijke vruchten. Een veulen is een natuurlijke vrucht van een merrie, maar eigenlijk begint de juridische vraag al in een eerder stadium, namelijk bij de eicel van de merrie en de zaadcel van de hengst. Zolang de zaadcellen of eicellen zich nog in het paard bevinden maken zij daar (vanzelfsprekend) onderdeel van uit. Zodra zaadcellen van een hengst worden afgescheiden/afgenomen ontstaat een zelfstandige zaak (de natuurlijke vrucht) waarvan de eigenaar van de hengst ook eigenaar is. Als een eicel wordt afgenomen van een merrie geldt ook dat dit als een zelfstandige zaak wordt aangemerkt. Indien de eicel van de merrie pas na bevruchting wordt afgenomen door het spoelen van de baarmoeder (daar bevindt zich immers de bevruchte eicel) vormt de embryo de zelfstandige zaak.

De afgenomen zaadcel, eicel en/of embryo vormen dus een zelfstandige zaak en de natuurlijke vrucht van de merrie of hengst en zijn eigendom van de eigenaar van het paard waarvan zij onderdeel uitmaakte.

Als vervolgens de zaadcel wordt geïnsemineerd bij een merrie wordt deze zaadcel door "natrekking" een onderdeel van de merrie. De eigenaar van de hengst verliest zijn eigendomsrecht. Als vervolgens het embryo wordt gespoeld wordt het (weer) een zelfstandige zaak. Zodra het embryo wordt ingebracht in een draagmerrie wordt het embryo (door innesteling in de baarmoeder) onderdeel van deze merrie en daarmee onderdeel van het eigendom van de eigenaar van deze draagmerrie.

Op dat moment geldt dus dat in principe (juridisch gezien) de eigenaar van de draagmoeder, eigenaar is van het veulen dat hieruit voortvloeit. In vele gevallen levert het gebruik maken van een draagmerrie geen problemen op, omdat voor alle betrokken partijen helder is dat het veulen in eigendom toekomt aan de fokker (de eigenaar van de merrie waar de eicel of embryo van is afgenomen).

Echter, indien er niets wordt vastgelegd, geldt in principe weer het voorgaande juridische uitgangspunt dat de eigenaar van de merrie ook eigenaar is van alle onderdelen daarvan, zoals de eicel/embryo. Het is dan ook verstandig om afspraken te maken over de eigendomsverhoudingen in dit soort situaties. Naast de kwestie rondom het eigendom is het ook goed om afspraken te maken omtrent de eventuele risico’s voor de merrie tijdens de dracht en de kosten gedurende de dracht.

Heeft u vragen over een soortgelijke kwestie, neem gerust vrijblijvend contact op.


Cookies
Epplejeck maakt gebruik van cookies om jou een optimale shopervaring te kunnen bieden. Lees hier meer over ons cookiebeleid.