Staldekens voor paarden

Denier bepaalt de sterkte van de buitenstof

De sterkte van de buitenstof wordt uitgedrukt in de vezelfijnheid. Hiervoor wordt de maatstaf denier (ook wel D genoemd en voor de meeste dames eveneens bekend als de dikte van panty’s) gebruikt. Hoe hoger de vezelfijnheid (hoe meer denier), hoe sterker de deken is. Een deken tot 450D heeft een matige slijtvastheid en wordt voor paardendekens dan ook minder vaak gebruikt. De meest voorkomende sterkte bij paardendekens is 600D. Deze heeft een goede slijtvastheid en is over het algemeen voor paardendekens sterk genoeg. Zoek je echt een extreem sterke deken, dan kom je in een slijtvastheid vanaf 2000D. Om de stof nog sterker te maken, worden de meeste buitenstoffen voorzien van Rip-stop. Dit is een in vierkantjes mee gewoven dikke draad die doorscheuren tegengaat. Echter is uiteraard geen enkele deken bestand tegen geweld van buitenaf, zoals het blijven haken achter spijkers, of paardentanden die er aan trekken.  

Binnenvoering van paardendekens

Voor de keuze van de voering (de binnenstof van de deken), wordt bij paardendekens over het algemeen gebruik gemaakt van nylon, fleece of katoen, ieder met een andere eigenschap. Nylon staat bekend als een elastische, gladde en duurzame stof. Nylon is de meest voorkomende binnenvoering bij dekens, omdat bij deze stof de kans op schuurplekken het kleinst is. Katoen is een natuurlijke stof en heeft als belangrijke eigenschappen dat het zacht, licht in gewicht, absorberend en ademend is. Een fleecevoering heeft als grootste voordeel is dat het goed ademt, lichaamsvocht opneemt en afvoert. Daarnaast is fleece sterk isolerend, zacht, warm, comfortabel en licht in gewicht. Fleecevoering is qua warmte-isolatie vergelijkbaar met 50 grams vulling. 

Welke winterdeken bij welke temperatuur?

Een ongeschoren paard heeft een thermosneutrale zone tussen de -5 en 15 graden Celsius. Dit betekent dat hij tussen deze temperaturen niet staat te rillen en ook niet zal gaan zweten (bij geschoren paarden is dit vanaf 10 graden, rond de 8 à 9 graden beginnen zij het koud te krijgen). Echter, wanneer de temperaturen dalen en de dagen korter worden, zal je paard beginnen met het aanmaken van een wintervacht om voorbereid te zijn op lagere temperaturen. Hij zet zijn haren omhoog zodat er luchtcirculatie tussen kan komen en er treedt verandering op in de haargroei. Hij trekt als het ware zijn eigen winterjas aan. Als je dit wilt voorkomen is het dus verstandig om op tijd een deken op te doen. Maar hoeveel gram doe je op bij welke temperatuur? Let op, dit is een richtlijn, ieder paard is anders. 

 

• Tussen de 10 en 15 graden is een deken van 0 gram voldoende. Een waterdichte is dan aan te raden zodat je paard ook droogt blijft tijdens een rainy day. Boven de 15 graden is een deken niet altijd nodig. 
• Tussen de 0 en 10 graden kun je voor een licht gevulde deken gaan. De vacht wordt al lekker vol, dus een 100 tot 200 gram waterdichte deken is voldoende. Deze is waterdicht omdat het je paard niet alleen droog houdt, maar ook beschermt tegen de wind. 
• Bij temperaturen onder het vriespunt kun je je paard een dikkere deken op doen met een vulling van rond de 300 gram, afhankelijk van hoe guur het weer is. Als het echt heel koud is, kan een 400 gram vulling ook. Een halsstuk is voor temperaturen rond het vriespunt ook fijn voor je paard. 
• Met een te dikke deken kan je paard het ook te warm krijgen. Witte plekken aan de binnenkant van de deken is een teken dat de deken te warm is, je paard heeft dan namelijk gezweet.