In de paardensport is het niet ongebruikelijk dat er door vele verschillende personen (met en zonder instructeursdiploma) les wordt gegeven. Iedereen kent het wel: het buurmeisje heeft les nodig en de buurvrouw vindt het met haar ervaring wel erg leuk om dit te doen. In 9 van de 10 gevallen is dit ook geen enkel probleem.
Echter, dit kan anders worden als er tijdens het lesgeven een ongeval plaatsvindt. Uitgangspunt voor deze gevallen is: de eigenaar van een paard is aansprakelijk. Als het paard in een bedrijf wordt gebruikt is de manege (als bedrijfsmatige gebruiker) aansprakelijk.
In de meeste gevallen wordt bij een incident op een bedrijf (bijvoorbeeld de manege), het bedrijf zelf aangesproken. Dit wordt wel anders op het moment dat er sprake is van bijvoorbeeld een valpartij bij een “ingehuurde” instructeur. De (juridische) vraag is namelijk of deze ingehuurde instructeur een andere bedrijfsmatige gebruiker is dan de manege. Op het moment dat deze instructeur namelijk wordt aangemerkt als een bedrijfsmatige gebruiker op zichzelf (naast de manege), dan is het mogelijk dat deze partij in plaats van de manege aansprakelijk kan worden gesteld.
In het arrest van het Hof Den Bosch van 17 mei jl. oordeelde de rechter kort gezegd dat de betreffende instructeur geen andere bedrijfsmatige gebruiker was, zodat “gewoon” de manege aansprakelijk bleef. In dit geval was er – kort gezegd – sprake van lessen die werden gegeven door een instructeur, die werd ingehuurd door de stichting/ondernemer die de exploitatie van het bedrijf op zich nam. In dit geval was het hof van mening dat het handelen van de instructeur onvoldoende bedrijfsmatige trekken had. Deze instructeur werd namelijk uitsluitend ingehuurd om de lessen te geven en voerde naast het geven van deze lessen geen enkele werkzaamheden uit voor de lessen, zoals het indelen van de lessen en het toebedelen van de paarden. Ook stonden de desbetreffende paarden in stalling bij de ondernemer.
Het voorgaande kan wel anders zijn op het moment dat iemand in de uitoefening van zijn beroep/bedrijf lessen geeft aan particulieren, zodat de instructeur als bedrijfsmatige gebruiker kan worden aangemerkt. In vele gevallen zal de particulier die les krijgt van een instructeur gebruik maken van een eigen paard. In dit geval zal er niet zo snel worden aangeklopt bij de instructeur, maar dit kan anders worden op het moment dat er bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van paarden die de instructeur bijvoorbeeld heeft gehuurd. Op dat moment is een aansprakelijkheid van de instructeur niet uit te sluiten.
Het is dan ook van groot belang om als instructeur een verzekering af te sluiten voor het risico om aangesproken te worden uit hoofde van aansprakelijkheid voor ongevallen tijdens de lessen die gegeven worden. Er zijn vele verzekeraars die dit risico kunnen verzekeren. De mogelijkheid tot het verzekeren van dit risico vormde één van de redenen voor de wetgever om aansprakelijkheid voor een bedrijfsmatige gebruiker in de wet op te nemen. Meestal zijn aan het verzekeren van dit risico wel een aantal voorwaarden verbonden, zoals bijvoorbeeld de verplichting tot het dragen van een cap en andere correcte rijkleding. Ook kan hierbij worden gedacht aan vereiste dat de baan dient te worden afgesloten en dat de instructeur dient te beschikken over een geldige diploma.
Kortom, op het moment dat er les wordt gegeven is het dan ook van groot belang om te beoordelen of u als bedrijfsmatige gebruiker kan worden aangemerkt. Is dit het geval dan doet u er goed aan dit risico te verzekeren, ofwel dit risico in een eventuele overeenkomst met de betreffende lesklant vast te leggen.
Heb je vragen over dit artikel of is er een soortgelijke situatie aan de hand, bel gerust!