De stalondeugden luchtzuigen, kribbebijten, weven en boxlopen worden ook wel stereotypieën genoemd. Stereotypieën zijn gedragingen van het paard, in elke vorm, die steeds herhaald worden en geen enkel doel lijken te hebben.
Wat gebeurt er in het paardenlichaam bij het uiten van een stalondeugd?
Op het moment dat een paard een stalondeugd vertoont, zal hij dit doen omdat hij chronische stress ervaart of misschien wel pijn heeft. Door dit type gedrag te uiten, komen de stofjes dopamine en endorfine vrij. Dopamine is een neurotransmitter dat het paard een gevoel van beloning geeft, hij gaat zich er beter door voelen. Dit gevoel is van korte duur, waardoor het paard de gedraging steeds zal herhalen en het een soort verslaving wordt. Naast dat endorfine ook zorgt voor een prettig gevoel, werkt het pijnstillend.
Luchtzuigen en kribbebijten
Een paard dat luchtzuigt, houdt zijn hoofd en hals in een bepaalde houding, zodat hij lucht naar binnen kan zuigen. Hierbij kan een typisch geluid te horen zijn. Wanneer het paard hierbij een object vastpakt met zijn mond, spreek je van kribbebijten.
Luchtzuigen en kribbebijten lijken vooral het gevolg te zijn van het te vroeg en/of onjuist afspenen van het paard in zijn veulentijd. Het afspenen is een stressvolle periode, het veulen wordt ineens gescheiden van zijn moeder en vaak wordt het rantsoen van het veulen ook ineens drastisch anders, geen moedermelk meer en wel krachtvoer.
Ook lijkt er een relatie te bestaan tussen luchtzuigen en kribbebijten en het voeren van een paard, en dan met name de conditie waarin het maagdarmkanaal van het paard verkeerd. Een paard is van nature gewend om de hele dag door kleine beetjes voedsel te eten. Veel paarden krijgen echter drie keer per dag een (grote) portie voer. Dit kan zorgen voor chronische stress, maagzweren en andere maagdarmproblemen bij het paard, wat weer kan leiden tot luchtzuigen en kribbebijten.
Het gevolg van luchtzuigen en kribbebijten dat daadwerkelijk is aangetoond, is het afslijten van het gebit van het paard. De meeste paarden pakken een object vast met hun tanden om te kunnen luchtzuigen.
Weven en boxlopen
Bij een paard dat weeft, zie je dat hij op één plek in de box staat met de voorbenen iets uit elkaar. Het hoofd en de hals worden steeds van links naar rechts bewogen. Ook de achterbenen bewegen meestal mee.
Bij boxlopen loopt een paard steeds maar weer rondjes in zijn box, vaak dezelfde kant op. Dit gedrag moet niet verward worden met een paard dat in een soort van paniek in een hoog tempo rondjes loopt in de box. Een paard dat dit gedrag vertoont, is te herkennen aan het hinniken, zweten en mesten, het is een reactie op het ervaren van acute stress. In tegenstelling tot deze reactie op acute stress, gebeurt boxlopen vaak vrij kalm en monotoon en is er geen aanleiding voor acute stress.
Weven en boxlopen wordt vaak gerelateerd aan het te weinig kunnen bewegen. Een paard in de vrije natuur loopt meerdere kilometers per dag. Paarden die vooral op stal worden gehouden, worden erg beperkt in hun beweging. Hierdoor kan er frustratie bij het paard ontstaan, wat kan leiden tot weven of boxlopen.
Weven of boxlopen kan slijtage van de hoeven, abnormale spierontwikkeling of gewrichtsproblemen tot gevolg hebben.
Kun je een stalondeugd afleren en kun je het voorkomen?
Een stalondeugd afleren is heel moeilijk en je kunt je afvragen of je dit wel wilt. Een paard vertoont dit gedrag juist omdat hij chronische stress ervaart. Door het paard dit gedrag niet te laten uitvoeren, door hem hierin te belemmeren, zal je paard nóg meer stress ervaren.
Het is beter om de oorzaken van het gedrag te achterhalen en aan te pakken. Denk er wel om dat de originele oorzaak soms al lang niet meer aanwezig is (bijvoorbeeld speenstress), maar het gedrag nog wel vertoond wordt. Bij het afspenen van een veulen hebben onderzoeken aangetoond dat wanneer dit geleidelijk en niet abrupt gebeurt, er minder stress bij zowel het veulen en de merrie aanwezig is. Daarnaast moet het veulen al voor het afspenen gewend zijn aan ander voer en dient verder op te groeien in een sociale omgeving met andere veulens en/of paarden.
Het is belangrijk dat het paard zoveel mogelijk zijn natuurlijke gedrag kan vertonen. Zorg ervoor dat hij voldoende weidegang en beweging, met name vrije beweging, krijgt. Zorg ervoor dat je paard contact kan hebben met soortgenoten. Ook het aanbieden van genoeg ruwvoer is van essentieel belang. Dit ruwvoer kun je hem eventueel aanbieden in een
slowfeeder. Een slowfeeder zorgt ervoor dat je paard langzamer eet, waardoor hij langer over zijn ruwvoer doet. Zo wordt de tijd dat je paard zonder ruwvoer staat verkort. Ook wordt het ruwvoer met een slowfeeder gelijkmatiger opgenomen. Om verveling tegen te gaan, kun je een
speel- of voerbal bij je paard in de box of het weiland hangen/leggen.