Winkelwagen
Sluiten Filters
Favorieten

Je hebt nog geen favorieten toegevoegd.

Sprenger by JRS - overgang naar stang & trens

Je dressuurcarrière neemt een vlucht en je mag gaan starten in de Z1! Heel leuk, maar natuurlijk ook spannend. Vanaf deze klasse is het toegestaan om met een stang en trenshoofdstel te gaan rijden. Maar hoe weet je of jij en je paard daar klaar voor zijn? En waar moet je op letten in de overgang naar een stang en trens?



Een goede basis
Goed om te weten is dat het reglement inmiddels is aangepast. Waar je eerder verplicht was om in de Z1 met stang en trens te rijden, is dat tegenwoordig niet meer het geval. Je kunt zelf kiezen of je klaar bent voor stang en trens of dat je kiest voor een regulier hoofdstel. Heel belangrijk in je keuze voor de overstap zijn: Is je paard er aan toe om met stang en trens gereden te worden? En: Ben je er zelf klaar voor om met stang en trens te rijden?

Een stang en trenshoofdstel heeft een andere, scherpere inwerking op de mond van je paard dan een normaal bit. De hulpen die jij geeft, komen daardoor heftiger over dan de hulpen die je geeft met een ander bit. Je wilt daarom zorgen voor een zo stil mogelijke hand en de juiste houding en zit, zodat je je paard niet onnodig stoort.

Uitgangspunt voor de juiste bitkeuze is uiteraard altijd een gezond en goed getraind paard en in de keuze zal dus altijd ook het niveau, van zowel je paard als jezelf, meegenomen moeten worden. De stang en trens moeten er juist voor zorgen dat je je hulpen kunt verfijnen en niet worden ingezet als oplossing voor een probleem.

De juiste maat
In je zoektocht naar de juiste combinatie van stang en trens is het goed te letten op de juiste maat. Hierbij gaat het niet alleen om de breedte van het bit, maar ook om de breedte van de stang. De zijkant van de stang noem je de schaar. Een korte schaar heeft een lengte van ongeveer 5 centimeter, de knevelwerking is hierdoor kleiner, maar directer. Een stang met een langere schaar, van ongeveer 7 cm, heeft juist een grotere, maar vertraagde inwerking.

Een dressuurstang werkt in op de lagen, de tong en het gehemelte. Om dit zelf eens te voelen kan je je hand tussen het mondstuk en de kinketting steken. Als je vervolgens iemand een ophouding laat maken, dan voel je het effect op de pols.

De paardenmond heeft een beperkte ruimte voor het bit, de gemiddelde afstand tussen de lagen is 2 cm. Het is daarom goed om voor niet te dikke mondstukken te kiezen. Gekeken naar de vorm van de mond loopt deze in een trechter naar voren. Doordat de stang verder naar voren in de mond ligt, kies je deze maat 0,5-1 cm smaller dan je normale bit. Voor de onderlegtrens houd je dezelfde maat als je normale bit aan. De stang kan je met iedere onderlegtrens combineren, zowel een bus- als watertrens.

Verschillende soorten

In het type mondstuk van de stang zijn verschillende vormen te verkrijgen. Een voorbeeld hiervan is de Bemelmans-stang. Door de anatomische vorm van het mondstuk worden de gevoelige lagen in de mond ontzien. Je hulpen komen juist in het midden van de tong binnen. De druk die daardoor op de tong ontstaat, wordt gelijkmatig verdeeld. Op deze manier kan je paard de hand goed aannemen.

Twijfel je over de juiste bitkeuze? Dan is het verstandig je hierin te laten adviseren in de winkel of door JRS. Wil je meer weten over het vinden van het juiste bit? Bekijk dan ook onze andere blog: Vind het juiste bit in 4 stappen.

JRS is een internationale groothandel van diverse hoogwaardige ruitersportmerken in de Benelux. De paardensport ontwikkelt snel en JRS wil deze veranderingen stimuleren. Ze creëert daarom als kenniscentrum en bewaker van kwaliteit een sterke verbinding tussen de fabrikant en de ruitersportzaak. Voor meer informatie kijk je op www.jrsport.nl

Epplejeck gebruikt cookies (en daarmee vergelijkbare technieken). Nee geen paardenkoekjes, maar kleine (tijdelijke) bestanden zodat je voorkeuren en instellingen bewaart blijven en de website goed werkt.