Op het gebied van paardenvoeding is er ontzettend veel te koop, waardoor het begrijpelijk is dat het maken van een juiste voor je paard best lastig kan zijn. Wat is de basis in het rantsoen en waar vul je aan? Ruwvoer en krachtvoer zijn twee componenten, maar wat is wat? Wat heeft je paard echt nodig? Natuurlijk wil jij graag het beste voor jouw paard. In dit artikel enkele tips!
Aanvullend voer (zoals krachtvoer) is lang niet altijd nodig en is slechts een aanvulling op het belangrijkste deel van het rantsoen, namelijk het ruwvoer!
Ruwvoer = de basis
Het ruwvoer vormt de basis van het rantsoen en moet dan ook van een goede kwaliteit zijn, passend bij de behoefte van je paard. Dit zou dus ook alle aandacht moeten krijgen. Echter wordt er door ruwvoerleveranciers (veelal fouragehandelaren, boeren of paardenhouders) weinig promotie gemaakt, zoals dat bij krachtvoer en supplementenleveranciers wel het geval is.
Onder ruwvoer verstaan we voedermiddelen met een hoog ruwe celstofgehalte en een vezellengte die het kauwen bevordert (bij paarden is dat tenminste 2 cm). Denk aan gras, hooi, graszaadhooi (‘gedorst’), kuilvoer (‘voordroog’), snijmais, luzerne en stro. Het meest gebruikt zijn hooi en kuilvoer (voordroog), waarbij de term ‘kuilvoer’ voor verschillende producten wordt gebruikt.
Ruwvoer is een natuurproduct waardoor de kwaliteit elke keer anders kan zijn. Het is daardoor ook niet eenvoudig om altijd het perfecte ruwvoer te vinden (of zelf te maken). Kies je voor jong of ouder gras? Van welk maaistadium?
Naast energie levert gras redelijk veel eiwit en de voederwaarde van verandert naarmate het langer doorgroeit. En wil je liever hooibalen of ingepakt voer? Hooi wordt op het land gemaaid en gedroogd tot er bijna geen water meer in zit, waarna het in balen wordt geperst. In plastic verpakt ruwvoer kan droog zijn of vochtrijker en zuurder (‘voordroog’), afhankelijk van de droogperiode op het land en het productieproces daarna.
Graszaadhooi of gedrost hooi, wordt gemaakt van het restant van de graszaadproductie: de overblijvende halmen. Graszaadhooi heeft lage energie- en eiwitgehalten en is geschikt als aanvulling voor de kauwbehoefte van sobere paarden of paarden met overgewicht.
In vergelijking met gras, kuilvoer en hooi heeft luzerne een hoger eiwit- en calciumgehalte.
Luzernehooi is een vezelrijke en eiwitrijke aanvulling op het rantsoen en kan gebruikt worden om eiwitarm hooi te compenseren voor bijvoorbeeld sportpaarden en als extra eiwitbron voor drachtige merries. Het is minder geschikt voor opgroeiende paarden.
Door te kijken (kleur, blad, stengeligheid, bloeiwijze en bederf), ruiken (fris, kruidig, zuurtegraad en bederf) en voelen (stengeligheid en mate van droogte) kun je en onderscheid maken en beoordelen om wat voor kwaliteit ruwvoer het gaat.
Aanvullende voerdermiddelen; oftewel ’krachtvoer’
Alle overige voedermiddelen zoals brok, muesli, granen, zemelen, lijnzaad, bietenpulp en supplementen vallen onder aanvullende voerdermiddelen. Voor veel paarden en pony’s levert ruwvoer in combinatie met een vitaminen- en mineralen supplement voldoende voedingsstoffen.
Aanvullend krachtvoer is eigenlijk alleen nodig als je paard baat heeft bij meer energie voor een sportprestatie of bijv. niet goed op gewicht blijft met alleen ruwvoer (bijv. door gebits- of verteringsproblemen). En voor fokmerries en veulens kies je aanvullend voer dat speciaal op hen is afgestemd, voorzien van extra eiwit en een aangepaste dosering in vitaminen en mineralen.
Meten = weten
Elk paard is anders in gewicht, conditie, gezondheid en prestatie. Dit maakt dat elk rantsoen op maat moet worden afgestemd. Laat bij twijfel over de gezondheid van je paard altijd even je dierenarts meekijken.
Wil je het rantsoen voor je paard exact samenstellen? Laat dan zeker een ruwvoeranalyse doen, eventueel aangevuld met een voedingsadvies door een geschoolde voedingsconsulent.
Door: Paardenarts.nl